Ik ben mezelf kwijtgeraakt

Ergens onderweg

Niks, geen rode linten

Stenen of zelfs kruimels brood

Die mij vertellen waar ik ben

 

Al was het naakt

Zittend bij een heg

Ik zou naar mezelf sprinten

Ja, verkeerde ik maar in nood

Dat is nog beter dan dat ik mezelf

Niet meer herken

 

Ik moet er diep voor graven

In het zand hier tussen alle bomen

Dichtgegroeid boven mijn hoofd

Dus ik keer mij naar de aarde

Waar moeder natuur mij eens baarde

En daar al gravend en gravend

Met nagels donker van het zand

Zwetend, huilend van vermoeidheid

Waar ik opgeef waarnaar ik zocht

Vind ik wie ik kwijt ben geraakt

Mezelf. Ik ben er nog. Ik was er altijd al.

Met imperfecties die ik mezelf niet toestond

Om mee te nemen

 

Daar waar ik die kuil heb gegraven

Beloof ik dat dit de plek is, in het zand

Waar ik mag terugkomen

Hier ben ik, hier mag ik zijn

Graven, vechten, huilen,

Aanvaarden, rusten, bidden

En uiteindelijk hopen en vertrouwen

Dat ik jou mij doe kennen