24 december, 22.20. Ik multitask. Kijk naar twee diensten tegelijk, terwijl van het ene het beeld zichtbaar is en van het ander het geluid. Ik kies uiteraard voor de dienst waar mijn man orgel speelt, maar ook voor de dienst van de Protestantse gemeente Barneveld. In deze dienst gaan een dominee en priester voor, oecumenisch naar mijn hart. Met interesse volg ik beide diensten en toch is het niet genoeg. Toch wil ik ook schrijven.

Na maanden van stilte. Want dat is wat er gebeurt wanneer ik in verwachting ben. Ja ik deel deze genade met Maria, moeder Gods, dat ik in deze donkere dagen een bolle buik mag hebben. Ons derde kindje is onderweg, een zoon. Nog enkele wegen en we zullen hem in onze armen sluiten.

Ik dacht na over de genade van kerst, in mijn eigen leven. God heeft altijd een weg met liturgie in mijn leven. Of ik heb een liefde voor de liturgische periode door een jaar een. Het lijkt altijd wel een beetje samen te vallen. Ik kan mij nog herinneren dat advent, jaren terug, voor mij een periode was waarbij ik eindelijk de moed had om aan mijn meest naaste familie en vrienden een geheim toe te vertrouwen. Misbruik in mijn eigen kerk, door een (ex-)priester die zij allen kenden. Vier jaar na die periode besloot ik in gebed en in gesprek met mijn man en met mijn geestelijk begeleidster, dat die advent de periode was om van donker naar licht te gaan. Een geheim dat verborgen was mocht vertelt worden. Ik, met mijn donkere, schaamtevolle kant, mocht gekend en dus ook geliefd worden. Het werd werkelijk een advent en een kerst van genade.

Nu zijn we jaren later en enkele weken geleden heb ik mijn verhaal van misbruik in de kerk, afstand van de kerk, terug verlangen naar de kerk en terug komen in de kerk gedeeld, in de krant. De Barneveldse krant. Ik deelde ook hoe mijn man en ik een huwelijk hebben waarin niet alle kaders van geloof en kerk vast staan. Een oecumenisch gezin, waar muziek en verschillende christelijke wortels maken dat we niet elke week in dezelfde kerkbank zijn. Maar waar we het vertrouwen hebben dat God de weg voor ons vrij maakt.

De genade van kerst, want er is werkelijk genade en licht, is misschien niet zo zichbaar. Niet zo helder stralend als de ster die de wijzen zagen. Misschien is het licht nog niet zichtbaar omdat er vooral donker is in jou. Of verdriet. Ik wil dan ook even uitwijken naar een anekdote van Jochem Myjer. Als kind werd hij erg treurig van als het bewolkt was. Tot hij eens in een vliegtuig zat en zag dat boven de wolken, altijd de zon scheen. Soms is er een mist in ons, vragen, eenzaamheid, verdriet, trauma. Maar net als het donker in ons zelf is, zo is er ook licht in ons zelf. Al is het maar een waakvlam. En het goede nieuws van Kerst is, dat wij het niet allemaal zelf hoeven te doen. Sommige dingen kunnen we zelf niet oplossen. Wij hoeven enkel de moed te hebben, de ander of de Ander in vertrouwen te blijven nemen.

Dan is er ruimte voor genade. Ik geef mijn kleine, kwetsbare, moedige zelf aan jou. Zoals het kind Jezus zo klein was, kwetsbaar. Hij zegt:

Hier ben ik dan. 

Misschien niet wat je verwacht

Wanneer je moe bent van het volgen

Van die schitterend, heldere ster

Maar ik ben hier juist nu

Het geeft niet dat je moe bent

Kom op je hurken, raak me aan

Met jouw wang tegen de mijne

Wees stil, ik ben er nu

Ik ga niet bij je weg

Geen nacht is mij te donker

Nu jij bij mij bent