Het is gek. Maar elk jaar gebeurt het weer. In de lente, wanneer alles tot bloei komt. Niet op zo’n typisch zonnige dag, nee, juist wanneer het druilerig is. Donker. Net na een flink regenbui. Of zelfs tijdens een regenbui. Wanneer ik dan buiten kom dan brengen de geuren, de lucht en de temperatuur me even terug naar Lourdes.

In Lourdes is een bergklimaat, het ligt immers in de Pyreneeën. Ik mocht er al zes keer naartoe gaan, in verschillende ‘rollen’. Als vrijwilliger op 18 jarige leeftijd, als jongerenwerker tijdens de organisatie van een bedevaart vanuit het bisdom, als gitarist en ook nog als begeleider van mijn eigen jongerengroep toen ik jongerenwerker bij een parochie was. Maar welke rol ik ook had; ik was er altijd als pelgrim. Heel bewust liet ik alles wat me bezig hield thuis achter, besteedde ik even geen tijd al de mensen die ik normaal al zag, mijn telefoon kreeg nauwelijks nog aandacht.

Tijdens de laatste bedevaart waar ik bij mocht zijn, samen met mijn jongerengroep, stond er ook een wandeling naar de schaapswei van Bernadette op de planning. Als jong meisje van 13 jaar is Bernadette voor een jaar terug gegaan naar haar ‘voedster’ van vroeger en ging daar de schapen hoeden. Ik heb wat met plaatsen waar vroeger historische mensen echt geweest zijn, hebben rondgelopen. Waar mijn ogen dan hetzelfde zien als wat zij hebben gezien. Op de dag van de wandeling was het regenachtig. Zoals meestal in Lourdes. En toch zijn we op pad gegaan, weer of geen weer. Onderweg stopten we in een kerkje waar we een korte viering hadden met de kardinaal. Vervolgens gingen we verder. Ik weet niet waarom ik hoge verwachtingen had van de schaapswei maar het viel me een beetje tegen. Er was weinig te zien, het gras was nog nat. Daar stonden we dan, in de schaapswei. Mgr. Woorts vroeg me toen of ik een lied wilde spelen, ik had mijn gitaar immers niet voor niets meegesjouwd. (Ook dat was het lot van de pelgrim tijdens die reis, de gitaar mee sjouwen op mijn rug, de last van de plunjezak.) En voor een grote groep van zestig jongeren moest ik daar in mijn eentje de toon zetten, een lied zingen. Het lied dat meteen in me op kwam: Blessed be your name.

Daar waar Bernadette haar uren had moeten doorkomen bij het zitten bij de schapen, zich waarschijnlijk enorm verveeld had, daar mocht ik zingen. Het was door het zingen van dat lied dat ik me dichter bij haar voelde. Ze heeft zich daar vast alleen gevoeld, alleen bij alle schapen. Het zal er vaak regenachtig zijn geweest, de tijd ging langzaam voorbij. En zou ze ooit hebben kunnen denken, dat Lourdes ooit Lourdes zou worden zoals wij het kennen? En dat er zelfs groepen mensen, jongeren, zouden lopen naar de schaapskooi waar zij haar tijd aan het uitzitten was. Dat ze daar naartoe zouden lopen, gewoon om even op diezelfde plek te zijn. Daar zou ze zich te klein voor hebben gevoeld. Maar, dacht ze misschien, het is wel een mooie plek. Juist omdat er zo weinig is, zo weinig afleiding. Kom je even dichter bij dat er soms ook niets hoeft te zijn, om eenvoudigweg te kunnen zijn.