Eigenlijk kan ik niet zeggen dat ik de bijbelverhalen van Jezus heel makkelijk kan volgen. Dat ik ze voor waar aan kan nemen. Ik doe het wel, maar als ik er langer over nadenk dan denk ik: dat is toch wel heel apart he? Een wonderbare broodvermenigvuldiging? Water dat in wijn verandert? Iemand die over water heen kan lopen? Iemand die OPSTAAT uit de dood? Veel gekker dan dat wordt het niet. Tot we bij Hemelvaart en Pinksteren aan komen. Ja, het kan toch nog een tikkeltje gekker.

Hemelvaart en Pinksteren. Ik ben benieuwd wat jij daar voor associaties bij hebt. Waarschijnlijk de gedachte aan een paar extra vrije dagen, zin om alvast aan de zomervakantie te denken, er op uit te gaan. Dauwtrappen is ook iets dat bij hemelvaart past. En wat dacht je van alle festivals rond Pinksteren? Het is er, als we weer uit deze coronapandemie ontsnapt zijn de perfecte tijd voor.

Maar laten we terug gaan naar het ontstaan van deze feestdagen. Het zijn dus christelijke feestdagen. Bij hemelvaart gedenken we, vieren we, dat Jezus opgestegen is ten hemel, naar zijn Vader. In het bijzijn van zijn leerlingen (een groep van zo’n 50 personen) rees hij op naar de hemel. Het is volkomen terecht als mijn dochter van vier jaar mij vraagt: ‘maar hoe ging Jezus dan naar de hemel? Op een wolk?’ ‘Dat zou kunnen.’  Zeg ik dan maar. Want ik heb zelf ook geen flauw idee wat de substantie is van lichaam dat opstond uit de dood en hoe dat lichaam reageert op de zwaartekracht. Maar ik probeer deze gedachten wat naar de achtergrond te laten varen en me bezig te houden met: waartoe voer hij ten hemel? En om een antwoord op die vraag te krijgen moeten we nog negen dagen wachten zoals ook de leerlingen dat destijds moesten.

De leerlingen van Jezus wilden op hem vertrouwen, op wat Hij beloofd had. Dat Hij zijn Geest zou sturen. Maar ondertussen belanceerden ze ook op een koort en kenden ze angst voor de bestaande macht. Ze waren tenslotte wel de leerlingen van Jezus en er gingen verhalen de ronde. Ze bleven zoveel mogelijk binnen en bij elkaar. Zo ook exact zeven weken na de opstanding van Jezus toen in de Joodse traditie al het pinksterfeest of ‘wekenfeest’ werd gevierd. (Waarom ook een nieuwe naam bedenken als er al een goed feest op die dag is…) Twee aardse elementen speelden een belangrijke rol om te omschrijven wat er gebeurde: ‘er klonk een geluid als een windvlaag en het huis werd daar ook mee gevuld, terwijl ramen en deuren dicht waren. Er verschenen een soort vlammen die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzette.’ Daarnaast begonnen ze nog in allerlei talen te spreken. Het gevolg van deze korte gebeurtenis is te merken aan wat er daarna is ontstaan: De Kerk. De leerlingen bleven niet langer binnen maar begonnen mensen in hun eigen taal aan te spreken (zonder vooraf deze talen gestudeerd te hebben) en onderwezen hen in de leer van Jezus. Ze vierden en gedachten samen het leven, sterven en de verrijzenis van Jezus. Ze richten zich eerst tot Joden, later ook tot heidenen.

Wanneer het dus aankomt op geloven en je nagaat wat je allemaal accepteert en aanneemt wanneer je zegt dat je de verhalen en de leer van Jezus gelooft: dan kun je haast niet anders dan toegeven dat je knettergek bent. Je zegt daarmee dat je gelooft dat wonderen bestaan, dat je nooit alles in de hand zal hebben, dat Jezus volgen van je vraagt om ook ‘de wereld op zijn kop’ te omarmen. Ik begrijp er geen snars van en toch lijkt het me wel logisch. En wat je daar voor nodig hebt is een beetje van die Geest die werd uitgestort bij Pinksteren. Mensen zeiden niet voor niks dat het leek alsof de leerlingen dronken waren die Pinksterdag. Soms voelt het voor mij net zo, wanneer ik in een geseculariseerde wereld beaam dat ik die verhalen geloof. Maar God is zijn weg met mij gegaan, door bergen en dalen. Heel soms is Hij als een vuur, meestal als een waakvlam. Hij is altijd een beetje bij mij. Zijn Geest. Misschien wel meer bij mij dan ik bij hem.