Terwijl ik daar stond

Aan de waterkant

Met traanbuizen, gevuld

Tot aan de rand

Zuchtte ik diep en zei

Waar bent U, Heer

Donkere wolken dreven voorbij

En mijn hart ging tekeer

 

Langzaam, met een zachte gloed

Maakte de zon mijn huid warm

Ik maakte me klein en nam de moed

En om me heen voelde ik een arm

 

‘Waarom doet je hart zo’n pijn?

Vertel me kind, ik wil het weten.’

‘Wachten vind ik echt niet fijn,

Als een beproeving, door angst bezeten’

 

‘Veranderen kan ik je pad niet’

‘Maar Heer, ik kan zo echt niet verder gaan’

‘Als vooruit gaan te moeilijk is

Blijf dan gewoon een tijdje staan’

 

‘Ik ben hier met je, ik blijf je trouw

En Ik heb nog meer dan genoeg ‘hier en nu’ voor jou’